Presentatie Korte mantel naaien
Presentatie
Moeilijkheidsgraad:
Naaitijd ca. 4 uur
Presentatie

Korte mantel naaien

genaaid door Mareen Stoffen Hemmers

Een moderne mantel kan in alle jaargetijden worden gedragen. Het damesmodel Linda van Studio Schnittreif kan van de meest verschillende materialen, zoals corduroy, jeans of softshell worden gemaakt, en is omdat het een gemakkelijk patroon is, ook geschikt voor niet-professionele naaisters. Voor beginners is dit patroon echter niet geschikt.

In deze handleiding naai je ook een mantelpluis, die bijna niet rafelt, stabiel onder het naaivoetje ligt en dus gemakkelijk te verwerken is. Om de korte mantel gemakkelijk open en dicht te kunnen doen hebben we speciale drukknopen uitgezocht. Aan de voorkant van de mantel kan naar keuze een mooie sierknoop worden aangebracht. En wat kost het? Na aankoop van het e-book zijn de materiaalkosten (zonder garen) voor maat 38/40 maar € 43,84.

Instructie
1Knippen

Vouw de stof dubbel, zodat er een stofvouw ontstaat. Leg eerst de grote patroondelen op de stof en daarna de kleine. Leg het voor- en achterpand en de kraag aan de stofvouw. Leg daarna de andere patroondelen op de stof en speld ze vast.

In het knippatroon zijn geen naadtoeslagen opgenomen, die moet je er voor het knippen nog bij berekenen. Wij raden 1 cm naadtoeslag aan, 3 cm voor de zoom en 2 cm voor het armsgat. Als je met een overlockmachine werkt, is de naadtoeslag zo breed als je steekbreedte.

Als je alles goed op de stof hebt vastgespeld, knip je de patroondelen. Knip de binnenkraag, de belegdelen van het voorpand en het rugpand ook nog van vlieseline. Breng alle markeringen met krijt op de stof aan.

2Vlieseline opstrijken

Strijk vlieseline aan de achterkant van alle belegdelen en de binnenkraag.

Strijktijd en temperatuur zijn op de rand van de vlieseline aangegeven.

3Belegdelen aan elkaar naaien

Naai de voorste delen van het beleg bij de schoudernaden met een rechte naad aan de achterste delen vast. Strijk de naadtoeslagen uit elkaar.

Omdat de naden aan de binnenkant komen, hoeven ze niet te worden afgewerkt.

4Patroondelen afwerken

Werk het achterpand en de mouwen aan alle kanten, behalve de kant van de hals en de zomen, af met de overlockmachine of een zigzagsteek.

Werk de voorpanden aan alle kanten, behalve middenvoor, de zomen en de kant van de hals, ook af.

Werk de zakken rondom af.

5Mouwen aannaaien

Stik de rechtermouw volgens de markeringen met de goede kanten op het rechtervoorpand. Naai hem aan de raglankant met een rechte naad aan elkaar.

Naai de andere mouwdelen op dezelfde manier aan het tweede voor- en achterpand. Strijk alle naadtoeslagen zorgvuldig uit elkaar.

 

6Binnenzak aannaaien

Naai de eerste binnenzak volgens de markeringen met de goede kanten op het achterpand. Naai de binnenzak met een naad ter breedte van het voetje vast. 

De andere drie binnenzakken naai je aan de overige kanten van het voor- en achterpand.

Strijk de aangenaaide binnenzakken zorgvuldig naar binnen.

7Bovenste armsgaten sluiten

Leg het voorste deel van de mouwen met de goede kant op het achterste deel en sluit de bovenste naad met een rechte steek. Let daarbij op de markeringen.

Strijk de naadtoeslagen zorgvuldig uit elkaar.

8Zijnaad vastspelden

Speld voor- en achterpand met de aangenaaide mouwen en de uit elkaar gestreken binnenzakken met de goede kanten van de stof op elkaar.

Zorg dat de aanzetnaden van de binnenzakken precies op elkaar liggen en de naadtoeslagen van de raglannaden uit elkaar gestreken zijn.

9Zijnaden sluiten

Sluit de zijnaad en de onderste mouwnaden in één keer. Laat een uitsparing voor de zakopening (het deel tussen de twee markeringen) open.

Zorg dat de naad dicht naast de aanzetnaad van de zak loopt, zodat die later niet te zien is.

10Zak sluiten

Vouw het voorpand en het achterpand uit elkaar en strijk de naad open.

Strijk beide zakdelen naar het voorpand toe en speld ze aan elkaar (alleen de zakdelen, niet het voorpand). Sla het voorpand onder het achterpand en naai de zakdelen op elkaar.

Zorg dat de naad precies op de aanzetnaad begint. Hij kan op de naadtoeslag van het voorpand worden vastgestikt.

Naai de tweede insteekzak op dezelfde manier. Leg daarna het voorpand en het achterpand met de achterkanten van de stof op elkaar en strijk de zakdelen zorgvuldig.

Tip: Als de loshangende zakdelen storend zijn, kunnen ze op het voorpand worden doorgestikt of met een lintje aan het beleg worden vastgezet.

 

 

11Kraag naaien

Speld de buitenkant van de kraag volgens de markeringen aan de halsopening van het achterpand en de beide mouwen en naai hem vast.

De naad begint en eindigt precies aan de raglannaden van het voorpand en het voorste deel van de mouwen. De naadtoeslag van de kraag blijft dus open.

12Beleg en jas aan elkaar naaien

Speld het complete beleg, inclusief binnenkraag, met de goede kant op de buitenkant van de jas en stik het met een rechte naad rondom vast.

Zorg dat alle naadtoeslagen uit elkaar gestreken worden meegenomen.

Knip alle niet afgewerkte naadtoeslagen terug en strijk ze nog een keer zorgvuldig uit elkaar.
 
De kanten van het beleg die nog open zijn werk je nu in één keer met de overlockmachine of met een zigzagsteek af.

13Zomen naaien

Controleer voor het zomen de lengte van de jas nog een keer. Werk dan de hele zoom van het beleg en de jas en de zomen van de mouwen met de overlockmachine of een zigzagsteek af. Let daarbij nog een keer op de uit elkaar gestreken naadtoeslagen.

Leg het beleg met de goede kant van de stof op de jas en stik het ter hoogte van de zomen op elkaar. Bij dikkere stof knip je de hoeken van de naadtoeslag af (zie foto). Keer jas en beleg weer en strijk ze zorgvuldig.

Strijk de zoomtoeslag naar binnen en stik hem met een rechte naad vast. Voor een mooiere look kun je de naadtoeslag ook met een blinde steek met de hand vastnaaien.

Strijk de naadtoeslagen van de mouwen naar binnen en stik hem met een rechte naad of met de hand met een blinde steek vast.

14Beleg en randen naaien

Om de kraag meer stabiliteit te geven, naai je de naadtoeslagen van de binnen- en buitenkraag aan de halsopening van binnenuit met de hand aan elkaar.

Naai het beleg om het aan de rand te fixeren aan alle naadtoeslagen van de jas met de hand aan elkaar.

15Knopen aannaaien

Wij hebben bij onze mantel voor drukknopen aan de binnenkant gekozen. De knopen worden, zoals op het knippatroon aangegeven,
middenvoor opgenaaid.

Markeer eerst de gewenste plekken met een markeerpen. Wij adviseren om de bovenste knoop ongeveer 3 cm vanaf de bovenkant en de onderste knoop ongeveer 14 cm vanaf de onderkant te bevestigen. Verdeel de rest van de knopen gelijkmatig tussen die twee knopen.

Naai de knopen van de buitenkant op de linkerkant van de mantel (onderste beleg). Op de rechterkant van de jas (bovenste beleg) worden de knopen precies tegenover die aan de linkerkant genaaid. Op die manier zijn de knopen niet zichtbaar als de mantel dicht is.

Klaar!
Beoordeel instructie

Help ons om de instructies nog beter te maken!

Oh nee! Wat vond je niet leuk?

Iets anders? Neem contact met ons op!