In de herfst en de winter, als de nachten lang en de dagen koud zijn, hebben wollen stoffen bij iedereen die met textiel werkt de volle aandacht. Ze zijn belangrijk voor het maken van warme kleding als jassen, sokken en mutsen, die ons de kou van het lijf houdt.
Anders dan bij breiwol, die perfect is voor truien en jurken, zijn viltachtige wollen stoffen, bijvoorbeeld walkloden, niet alleen prima isolerend: ze houden zelfs vocht buiten. Zo staat niks je winterwandeling bij miezerig koud weer nog in de weg, en kun je van elk seizoen lekker ontspannend genieten.
Wollen stof kennen we als het rekbare, gebreide materiaal waar truien van genaaid worden. Maar wollen stoffen kunnen ook worden geweven. Een goed voorbeeld is het zogenoemde loden, een dicht geweven, zware wollen stof met een lange geschiedenis in de klederdracht en bij de boerenbevolking in Europa. “Lodo” betekent trouwens “grove wol”.
De scheerwol wordt blootgesteld aan hitte en water en vervilt. Dit proces wordt walken genoemd. Het resultaat is dan: walkloden, een gemêleerde wollen stof. Deze heeft niet alleen een mooie klassieke uitstraling, maar ook verschillende positieve eigenschappen.
Door wol te gebruiken passen we slimme technieken uit de natuur toe.
Scheerwol, die voor de walkloden en andere wollen stoffen bij Stoffen Hemmers gebruikt wordt, komt van schapen en heeft als belangrijkste functie warmte vast te houden. Het dichte haar houdt in kleine tussenruimtes lucht vast. Daardoor ontstaat een hoge isolatiegraad. Door het vervilten of walken van geweven wollen stof gebeurt hetzelfde:
Tussen de vezels ontstaan isolerende luchtkamers. Tegelijkertijd vernauwt het productieproces van gewalkte en gevilte stof het weefsel. Walkloden is daardoor niet alleen warm, maar ook waterafstotend en winddicht.
Bovendien is wollen stof ademend. Vocht in de vorm van zweet wordt opgenomen door het weefsel en naar buiten afgevoerd. Daarom is walkloden ook als sportkleding bij bergwandelaars erg populair. En niet op de laatste plaats is wollen stof die door walken is bewerkt vrijwel vuilbestendig. Opgedroogd vuil kan gemakkelijk weggeborsteld worden, slechte geurtjes verdwijnen door te luchten.
Wollen stoffen die gevilt of gewalkt zijn, vallen heel soepel, maar voelen ruw tot iets kriebelig aan. Dat vindt niet iedereen prettig bij direct huidcontact. Dan biedt een voeringstof of een doubleface wollen stof met binnenkant van jersey uitkomst.
Walkloden en andere geweven wollen stoffen zijn met een scherpe schaar of rolmes gemakkelijk te knippen of snijden. Bij het overzetten van het knippatroon op de stof raden wij echter aan om kleermakerskrijt (te vinden onder →spelden & markers) te gebruiken die gemakkelijk uit te kloppen of weg te wrijven is. De stof wordt later namelijk niet meer gewassen.
Je kunt ook rechtstreeks langs het knippatroon knippen en helemaal geen markeringslijnen gebruiken.
Nu gaat het erom de stofdelen aan elkaar te spelden. Juist in het hoogpolige walk-badstof kunnen de knoppen van knopspelden snel verdwijnen of onzichtbaar worden. Dat is vervelend, maar te vermijden als je lange knopspelden met grote knoppen gebruikt.
Walkloden en wollen stof naaien is vrij gemakkelijk. Met een universele naald van gemiddelde dikte (80) zou het heel makkelijk lukken. Zorg wel voor een paar reservenaalden, want gewalkte wollen stof kan de naald sneller stomp laten worden, waardoor het naaien lastiger wordt.
Omdat het weefsel niet elastisch is, kun je prima een gewone rechte steek gebruiken. Stik de delen aan elkaar en voeg details toe, dan heb je in een handomdraai een goede warme jas of ander kledingstuk gemaakt.
Je kunt het lastige zomen achterwege laten, want walkloden en wollen stoffen rafelen niet.
Het lijkt misschien een beetje raar, maar wollen stoffen als walkloden mogen niet worden gewassen, niet met de machine en ook niet met de hand. Daardoor worden de structuur en kenmerken kapot gemaakt. Dat geldt ook voor chemisch reinigen. Om de stof helemaal niet te kunnen schoonmaken is eerst een beetje onwennig, maar omdat de stof niet vuil wordt, of hoogstens oppervlakkig, is intensief reinigen gewoonweg niet nodig. Vuil kan in droge toestand eenvoudig van het materiaal worden afgeborsteld. Omdat wollen stof ademt, worden onaangename geurtjes niet weggewassen, maar lekker aan de frisse lucht gehangen.
Niet wassen betekent ook: niet drogen. Nat geworden wollen stof mag je niet in de machine drogen. Spreid in plaats daarvan de stof uit op een laag badstof en laat het aan de lucht drogen.
Wollen stof is gevoelig en mag niet worden gestreken. Maar dat is sowieso al niet nodig, want de stof kreukt niet.
