De aangenaaide zakken zorgvuldig omstrijken. Voor- en achterpand met de aangenaaide mouwen met de uit elkaar gestreken zakdelen met de goede kant op elkaar stikken. Let erop dat de aanzetnaden van de insteekzakken precies op elkaar liggen. Naai de zijnaad op 1 centimeter van de rand vast. Laat de zakopening (het deel tussen de twee markeringen) open.
Let erop dat de naad vlak naast de aanzetnaad van de zak ligt, zodat je hem later niet ziet.
Voor- en achterdeel uit elkaar vouwen en de naadtoegift uit elkaar strijken.
Strijk de beide zakdelen naar het voorpand toe en stik ze aan elkaar (alleen de zakdelen, niet het voorpand).
Het voorpand onder het rugpand leggen en de zakdelen op elkaar naaien. Let erop dat de naad precies op de aanzetnaad begint, hij kan op de naadtoegift van het voorste deel worden vastgestikt.
De tweede insteekzak op dezelfde manier naaien. Leg het voor- en achterpand met de verkeerde kanten van de stof op elkaar en strijk de panden zorgvuldig.
Tip: Binnenzak vastzetten! Als de loshangende binnenzakken storend zijn, kunnen ze aan het voorpand worden vastgestikt of met een lintje aan de naadtoeslag van de kraag worden vastgemaakt.