Freebook Mantel & jacket MONA
Freebook
Moeilijkheidsgraad:
Naaitijd ca. 8 uur video
Freebook

Mantel & jacket MONA

genaaid door Mareen Stoffen Hemmers

Eén patroon – 3 uitvoeringen. Met het gratis patroon Mona van Malomi Design kun je drie geweldige kledingstukken naaien! De instructie is niet geschikt voor beginners en vergt wat tijd, maar het is de moeite waard, want je leert hoe je het jacket, de korte jas en de mantel kunt naaien, met steekzakken of opgestikte zakken.

Stofadvies

Gebruik niet-elastische stoffen zoals corduroy, spijkerstof of walkloden als hoofdstof. Zie ook onze mantelstoffen.

  • Corduroy stof: is robuust, scheurbestendig en lekker warm.
  • Jeansstof: is tijdloos, robuust en duurzaam en ziet er gewoon geweldig uit! Let erop dat je niet-elastische jeansstoffen kiest.
  • Walkloden: voelt stevig aan, warm en duurzaam.

Algemene tips & trucs voor elk naaiproject

  • Lees de instructies van tevoren volledig
  • Meet en markeer de naadtoeslag (niet bij benadering knippen)
  • Breng alle markeringen en, indien nodig, de naadlijnen over op de stof (zie Het naaien van het beleg)
  • Let bij het knippen van stoffen met een duidelijke draadrichting (zoals ribfluweel, fluweel, enz.) op de richting.
  • Schakel het mes uit tijdens het overlocken.
  • Zet de naaimachine op nul (standaardinstelling) voor elke naaihandeling.

 

Alles gereed? Check wat je al hebt of shop hier je favoriete artikelen!

Dit heb je vast en zeker in huis
naaimachine
spelden
huishoudschaar
strijkijzer
papier / karton
Instructie
1Knippen en vlieseline

Knip de volgende stukken en houd je aan de exacte naadtoeslag (1 cm aanbevolen). Knip alle zomen met een naadtoeslag van 4 cm, behalve het beleg van het voorpand, dat is maar 1 cm:

  • 2x voorkant tegenovergesteld
  • 2x beleg voor tegenovergesteld
  • 1x rugdeel op de vouw  (bij de lange mantel variant 2x rugdeel tegenovergesteld)
  • 1x beleg achter op de vouw
  • 2x bovenarmen
  • 2x onderarmen
  • 2x buitenzakken
  • 4x binnenzakken
  • 1x lus
  • 2x lus voor de ceintuur
  • 2x ceintuur knippen

LET OP: Als je de hoeken van het voorpand/beleg uitknipt, kun je ze het beste alleen markeren en pas na het naaien uitknippen!

Maak alle noodzakelijke markeringen duidelijk (inkepingen, markeringen met de markeerstift) en strijk de vlieseline er als volgt op:

Vlieseline (strijk op de verkeerde kant van de stof volgens de instructies van de fabrikant)

  • 2x beleg voorkant tegenovergesteld
  • 1x beleg achterkant op stofvouw

Zoomband (of 4 cm brede streep van de vlieseline)

  • voorkant
  • achterkant
  • armen
  • buitenzakken

Bekijk ook de foto’s bij stap 3. Hier zie je alle onderdelen in detail!

2Voorkant coupenaden
  1. De coupenaden in het voorpand met de goede kanten op elkaar spelden en naaien.
  2. Strijk de naadtoeslagen naar buiten. Strijk bij het strijken vanaf de verkeerde kant van de stof of leg er een doek tussen van rechts. Zo voorkom je dat wollen stoffen gaan glanzen als je ze strijkt.
  3. Verstevig de ontstane hoek met een stuk vlieseline.
3Stofranden afwerken

Schakel bij het afwerken van de stofranden met de overlockmachine eerst het mes uit. Werk de delen vervolgens als volgt af (roze stippellijn):

  • Binnenzakken aan alle randen
  • Buitenzak aan alle zijden behalve de bovenrand
  • Voorkant bij schouder, mouw en zoomnaad
  • Achterkant bij schouder, mouw en zijnaden
  • Onder- en bovenmouwen aan alle randen behalve de zomen
4Buitenzakken
  1. Vouw de buitenzakken op de vouw naar de verkeerde kant, speld de naadtoeslag aan de binnenkant en naai de vouw dicht tegen de rand.
  2. Strijk de naadtoeslagen van de zakken naar binnen en speld de zakken op de voorpanden volgens de markeringen en naai dicht tegen de rand.
  3. Het is handig om een kartonnen sjabloon van het patroondeel te maken, waarmee je de stofranden mooi rond kunt strijken.
5Steekzakken

Leg nu de steekzakken met de goede kanten op elkaar op het voor- en achterstuk zoals aangegeven en naai ze vast (blauwe stippellijn).

6Delen voorkant aan elkaar naaien
  1. Leg de delen voorkant met de goede kanten op elkaar en speld vast in het midden van de achterkant van de kraag.
  2. Naai de rand en strijk de naadtoeslagen open.
7Naai de voor- en achterkant aan elkaar
  1. Leg de voorkant met de goede kant op elkaar op het achterkantdeel en speld en naai vast bij de schouders en halslijn.
  2. Let erop dat de naadlijnen (niet de knipranden) goed op elkaar aansluiten en dat je tijdens het naaien de hoek van de voorkant inknipt.
  3. Bij gevoelige stoffen strijk je van tevoren een klein stukje vlieseline op deze hoek om te voorkomen dat de hoek scheurt. Strijk de naadtoeslagen uit elkaar.
8Zijnaden sluiten
  1. De zijnaden van het voor- en achterpand en de buitenzakken op elkaar spelden en vastnaaien.
  2. Strijk de naadtoeslagen aan de zijkanten uit elkaar.
  3. Strijk de zoom 4 cm omhoog.
9Ophanglus
  1. Vouw de naadtoeslag aan de lange kanten van de ophanglus naar binnen en speld de kanten op elkaar.
  2. Naai de randen dicht langs de rand aan elkaar.
  3. Speld de ophanglus op gelijke afstand rechts en links van de middenachter kant op de goede kant van het beleg en naai deze er voetjesbreed aan vast.
10Beleggen voorkant aan elkaar naaien
  1. De beleggen van de voorkant op de kraag middenachter met de goede kanten op elkaar spelden en aan elkaar naaien.
  2. Strijk de naadtoeslagen naar buiten.
11Beleg voor- en achterkant aan elkaar naaien
  1. Beleg achterpand met de goede kanten op elkaar op de beleggen voorpand in de halslijn en niet de schoudernaad spelden en eraan naaien. Zorg ervoor dat de naadlijnen goed samenkomen in de hoek tijdens het naaien inknippen. Strijk bij gevoelige stoffen vooraf een klein stukje vlieseline op deze hoek om te voorkomen dat de hoek scheurt.
  2. Strijk de naadtoeslagen open en werk de binnenranden van het beleg af.
12Beleg en jas aan elkaar naaien
  1. Speld het beleg voorkant met de goede kanten op elkaar op het voorpand en naai de buitenste rand, de kraaghoek en de zoom aan elkaar. De zoomnaad loopt precies langs de voorgestreken rand van het voorpand, er is 1 cm naadtoeslag op het beleg, het voorpand is 3 cm langer (afb. 5). Strijk bij gevoelige stoffen vooraf een klein stukje vlieseline op de hoek van de kraag van het voorpand om te voorkomen dat de hoek scheurt. Het beleg is iets groter in het kraaggedeelte (= rolbreedte) zodat het mooi over de onderste kraag kan rollen wanneer het wordt omgevouwen en de naadrand niet omhoog wordt getrokken.
  2. Knip de naadtoeslag in en terug bij de hoek, knip in bij de rondingen en knip bij de zoom de overtollige naadtoeslag van het voorpand terug naar de hoek (afb. 7 en 8).
  3. Strijk de naadtoeslagen zo goed mogelijk uit elkaar en strijk de hoeken glad. Dit zorgt ervoor dat de rand van de kraag glad is en gemakkelijk omgevouwen kan worden. TIP: Stik de naadtoeslagen in het beleg. Dit voorkomt dat het beleg snel naar voren rolt.
13Beleg bij de hals aan elkaar naaien
  1. In de halslijn speld je de naadtoeslagen, die naar het achterpand en het beleg achterpand gestreken zijn, op elkaar en naai je ze zo dicht mogelijk bij de kraagnaad vast.
  2. Speld het beleg bij de schoudernaden naad op naad vast en stik door vanaf de goede kant in de naadschaduw van de schoudernaad.
14Armen
  1. Strijk de zomen van de mouwen 4 cm omhoog en vouw ze weer naar beneden.
  2. Speld de boven- en onderarmen met de goede kanten op elkaar en sluit de naden van de bovenarm en de mouwen. Strijk vervolgens de naadtoeslagen uit elkaar (met behulp van een mouwplankje).
  3. Steek de mouwen in het armsgat, met de goede kanten naar elkaar toe, en zorg ervoor dat de markeringen (foto’s met blauwe clips) goed op elkaar aansluiten. Het bovenste deel van de mouw (plaatje met paarse clips) moet een beetje open blijven om een mooi armsgat te maken. Bij moeilijke stoffen kun je het armsgat ook iets uitlijnen om het makkelijker op zijn plaats te houden.
  4. Naai de mouwen vast en strijk de naadtoeslagen naar de mouwen toe.

 

15Zomen omnaaien

Werk alle zomen af en stik door of naai dicht met een tovernaad (met de hand of met een naaimachine).

16Knoopsgaten / knopen
  1. Naai de knoopsgaten op het rechter voorpand (als het voor je ligt: links) volgens de markeringen, in de maat die voor de knoop nodig is. Het knoopsgat begint middenvoor en wordt over de voorste rand naar binnen genaaid.
  2. Knip dan voorzichtig de knoopsgaten in met een tornmesje.
  3. Naai de knopen op het linker voorpand volgens de markeringen. In deze video laten we zien hoe je dat doet.
17Variant mantel: Optie ceintuur

Voor de korte en lange mantel is er de optie om een ceintuur te naaien.

  1. Knip hiervoor 2x de patronen voor de lus en 2x de patronen voor de ceintuur.
  2. Verwerk eerst het patroon voor de lussen op dezelfde manier als voor de ophanglus.
  3. Speld de lus volgens de markeringen op de zijnaad van de jas.
  4. Naai eerst de bovenste binnennaad en dan de onderste naad (vouw de rand van de stof eerst ongeveer 5 mm om). Stik daarna de bovenste naad nogmaals door.
  5. Leg nu de twee losse delen voor de ceintuur met de goede kanten op elkaar en naai ze aan de korte kant aan elkaar.
  6. Strijk de naadtoeslagen open en speld nu het geheel met de goede kant op elkaar en naai helemaal rond, laat een keeropening van ongeveer 10 cm over.
  7. Knip de naadtoeslagen bij, keer en stik door op de gevouwen rand. Hiermee sluit je ook automatisch de keeropening
18Variant lange mantel: split naaien

De lange mantel heeft een split, die je als volgt naait:

  1. Vouw de splitzijden ongeveer 1 – 2 cm met de linkerkant naar elkaar toe en naai ze vast.
  2. Leg nu de twee achterpanden met de goede kanten op elkaar en naai ze van boven naar beneden tot aan de split recht aan elkaar.
  3. Zodra je bij de split bent, naai je de naad in een hoek naar beneden.
Klaar!
Beoordeel instructie

Help ons om de instructies nog beter te maken!

Oh nee! Wat vond je niet leuk?

Iets anders? Neem contact met ons op!